Kerkweg 49, 7936 TJ Tiendeveen

Storing TV zenders door SMA Home manager en of omvormer

Reda Solar B.V.  >  >  Storing TV zenders door SMA Home manager en of omvormer
0 Comments

In sommige situaties kan het zijn dat er een storing ontstaat na de installatie van de SMA Home manager 2.0. Hierdoor vallen bijvoorbeeld sommige TV zenders weg of ontstaat een verstoord beeld. De oplossing is de Home manager en SMA omvormer in een gast netwerk te plaatsen. De meeste routers/modems hebben deze optie al standaard ter beschikking. Vaak is het ook mogelijk een bepaalde poort van het modem aan dit zelfde netwerk toe te kennen. Hier kunt u dan m.b.v. een netwerkkabel de Home Manager op aansluiten. De SMA omvormer kan op zijn beurt via het WiFi gast netwerk dan de verbinding maken.

De volgende instellingen voor Fritzbox instellen help ook:

  • Ga naar WiFi en kies kanaalinstelling en “schakel de optie “Optimize Wi-Fi transmission for live TV” in.
  • Zet de mediaontvanger niet op poort 4 van de fritzbox maar kies een andere poort. Bijvoorbeeld poort 3.
  • Mediaontvanger niet via WiFi gastnetwerk verbinden.
  • Zorg dat je de automatische updates van de Fritzbox altijd laat installeren.
  • De volgende stap is alleen noodzakelijk wanneer je het IPTV-aanbod gebruikt van Odido (Interactieve TV) of Proximus (Proximus Pickx) Verbind de mediaontvanger met een netwerkkabel met de “LAN 3”- of “LAN 4”-poort van de FRITZ!Box.
  • Multicast-interferentiebronnen opsporen en uitschakelen

    Voorwaarde voor het afspelen van IPTV is de foutloze transmissie van IGMP-multicasts van de FRITZ!Box naar de mediaontvanger. Niet elk apparaat ondersteunt multicasts of kan de gegevensstroom die noodzakelijk is voor de weergave van IPTV foutloos naar de mediaontvanger doorsturen.

    Multicasts worden meestal niet ondersteund of onjuist verwerkt door switches of Wi-Fi-repeaters van andere fabrikanten. Deze apparaten storen de weergave, zelfs als de receiver rechtstreeks is verbonden met de FRITZ!Box. Alle FRITZ!WLAN Repeaters ondersteunen multicasts.

    Om te bepalen of de interferentie wordt veroorzaakt door apparaten in je thuisnetwerk en om de storing op te lossen, ga je als volgt te werk:

    Interferentiebronnen opsporen met IP-adres

    1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op “Systeem”.
    2. Klik in het menu “Systeem” op “Gebeurtenissen”.
    3. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst “Systeem”.
    4. Controleer of een van de volgende foutmeldingen wordt weergegeven:
      • “IGMPv3 multicast router [IP-adres van de interferentiebron] ignored”
      • “IGMPv2 multicast router [IP-adres van de interferentiebron] active”
      • “IGMPv2 changed by [IP-adres van de interferentiebron]”
    5. Als één of meer van deze meldingen worden weergegeven:
      1. Noteer het IP-adres van het apparaat dat interferentie veroorzaakt en klik in het menu “Thuisnetwerk” op “Netwerk”.
      2. Klik op het tabblad “Netwerkverbindingen”.
      3. Spoor het apparaat dat interferentie veroorzaakt op met behulp van het IP-adres in de lijst met netwerkapparaten.
      4. Schakel het interferentie veroorzakende apparaat uit.
      5. Als de mediaontvanger via het interferentie veroorzakende apparaat was verbonden met de FRITZ!Box, verbind je de ontvanger rechtstreeks met een LAN-poort van de FRITZ!Box.
      6. Start de FRITZ!Box en de mediaontvanger opnieuw op door de apparaten kort los te koppelen van het elektriciteitsnet en na een paar seconden weer te verbinden met het elektriciteitsnet.
      7. Controleer of er nog steeds storingen optreden.
      8. Als de storingen nog steeds optreden ga dan verder met de volgende stap.

    Interferentiebronnen opsporen zonder IP-adres

    1. Schakel alle hubs/switches en powerlineapparaten uit en koppel de apparaten los van de FRITZ!Box.
    2. Als de mediaontvanger was verbonden met de FRITZ!Box via één van de verwijderde apparaten, verbind je de receiver rechtstreeks met een LAN-poort van de FRITZ!Box.
    3. Start de FRITZ!Box en de mediaontvanger opnieuw op door de apparaten kort los te koppelen van het elektriciteitsnet en na een paar seconden weer te verbinden met het elektriciteitsnet.
    4. Controleer of er nog steeds storingen optreden.
    5. Als de storingen niet meer optreden, verbind je de losgekoppelde apparaten één voor één en let je op bij welk apparaat de storingen opnieuw optreden.

    Interferentiebronnen verwijderen

    Als je hebt ontdekt welk apparaat de storingen veroorzaakt, kun je het probleem met één van de volgende stappen oplossen:

    1. Schakel bij het apparaat functies zoals “IGMP-Snooping”, “IGMP” en dergelijke uit. Informatie over IGMP-Multicastondersteuning van het apparaat verkrijg je bij de fabrikant; raadpleeg bijvoorbeeld de handleiding.
    2. Installeer de meest recente software voor het apparaat.
    3. Verwijder het apparaat uit het thuisnetwerk.